Gynaecologische operaties
Diagnostische hysteroscopie
Wat is een hysteroscopie?
Hysteroscopie betekent letterlijk ‘in de baarmoeder kijken’. Een hysteroscoop is een dun buisvormig instrument dat via de vagina en de baarmoederhals in de baarmoederholte gebracht wordt. Deze kijkbuis is uitgerust met een kleine camera en is verbonden met een lichtbron. De baarmoederholte wordt tijdens de ingreep opengehouden door ze te vullen met een vloeistof waardoor er rondgekeken kan worden. Bij een hysteroscopie worden dus geen insneden gemaakt.
Deze kleine gynaecologische ingreep dient om een diagnose te stellen of om een probleem te verhelpen. Er zijn dus twee soorten hysteroscopie. Tijdens een ‘diagnostische hysteroscopie’ onderzoekt de gynaecoloog de baarmoederholte om een verklaring te zoeken voor een klacht. Men spreekt van een ‘operatieve hysteroscopie’ als de gynaecoloog met een meer uitgebreide ingreep ook een aandoening (zoals een poliep) behandelt.
Bij een diagnostische hysteroscopie gebruikt men een kijkbuis of hysteroscoop van 3-5mm, bij een operatieve hysteroscopie gebruikt men een kijkbuis met een diameter van 6-8 mm. Een operatieve hysteroscoop heeft twee extra kanalen. Langs het ene kanaal wordt vocht in de baarmoeder gebracht en langs het andere loopt het vocht weg. Op die manier wordt het vocht in de baarmoederholte voortdurend vernieuwd en blijft het zicht tijdens de operatie helder. Door een schacht in de operatieve hysteroscoop kunnen ook instrumenten geschoven worden.
Redenen voor een diagnostische hysteroscopie
Deze onderzoeksmethode wordt al jaren door gynaecologen toegepast om een diagnose te stellen bij bepaalde klachten. Hieronder worden enkele veel voorkomende redenen kort beschreven.
- Abnormale menstruatie en bloedingen: De menstruatie is abnormaal als de maandstonden onregelmatig zijn of als je veel bloed verliest. Men spreekt van abnormale bloedingen als men onverwacht bloedt. Dat kan tussen de maandstonden in zijn, na het vrijen of na de menopauze.
- Abnormale bevindingen bij onderzoek van de baarmoeder: Wanneer de gynaecoloog bij klinisch of echografisch onderzoek een afwijking van de baarmoeder vermoedt, kan een diagnostische hysteroscopie de bevindingen van dat onderzoek bevestigen of weerleggen.
- Herhaalde miskramen: Sommige vrouwen zijn wel in staat om zwanger te worden, maar verliezen de foetus. Een hysteroscopie kan uitwijzen waarom herhaaldelijke miskramen voorkomen. Dit kan soms te maken hebben met de aanwezigheid van een tussenschot in de baarmoederholte. Een eventuele zwangerschaps- of placentarest kan hiermee ook gediagnosticeerd worden.
- Verminderde vruchtbaarheid: De vruchtbaarheid kan verminderen door vergroeiingen binnenin de baarmoederholte of door een abnormale aanleg van de baarmoederholte. Littekenweefsel blokkeert soms de doorgang van de eileiders of van de baarmoederhals.
De ingreep
Voorbereiding
De timing van een diagnostische hysteroscopie is ideaal juist na de menstruatie. Soms kan de gynaecoloog kiezen om de baarmoederslijmvlies dun te maken door je de pil (of andere medicatie) te laten innemen. Bij een nauwe baarmoederhals wordt soms ook een voorbereidende medicatie gegeven om deze zachter te maken. Uiteraard mag je niet zwanger zijn op het moment van een hysteroscopie.
De gynaecoloog zal met jou bespreken wat er tijdens de operatie zal gebeuren. Tevens zal hij of zij informeren naar de belangrijkste aspecten van uw medisch verleden en het voorkomen van allergieën informeren. Je kunt best het gebruik van geneesmiddelen, kruiden en eventueel genotsmiddelen vermelden. Afhankelijk van je medische voorgeschiedenis en je leeftijd zal een bloedonderzoek en hartfilmpje (elektrocardiogram, of ECG) afgenomen worden. Eventueel wordt een foto van de longen genomen en een raadpleging bij de anesthesist ingepland. Samen met de gynaecoloog bespreek je de datum waarop de ingreep zal plaatsvinden.
Je wordt opgenomen op het dagziekenhuis voor een dagopname. Je trekt een operatiehemd aan en wordt in een bed naar de operatiezaal gereden. Een piercing, kunstgebit of contactlenzen moet je uitdoen. Ook mag je tijdens de operatie geen haarspelden, juwelen, kunstnagels of make-up dragen.
Verdoving
Een diagnostische hysteroscopie kan uitgevoerd worden onder spinale (ruggenprik) of algemene verdoving. De keuze van de methode is afhankelijk van de reden voor diagnostische hysteroscopie, de uitgebreidheid van de operatie, de voorkeur van de anesthesist en jouw eigen voorkeur. Je moet ervoor zorgen dat je de dag van de operatie nuchter bent. Dit houdt in dat je vanaf middernacht niet meer mag eten of drinken. Tot 2 uur voor de opname mag je nog plat water drinken. Roken (ook met een elektronische sigaret) moet je 24 uur op voorhand stoppen. Het is belangrijk dat je maag leeg is. Met een volle maag kan je bij het begin van de operatie of op het ontwaken beginnen braken en je verslikken.
Bij een lichte narcose dient de anesthesist via het infuus het verdovende middel toe. De anesthesist zet een masker over je mond en neus waarlangs je zuurstof krijgt. Je wordt snel suf en valt in slaap. Terwijl je slaapt, krijg je een buisje in de luchtpijp om je te beademen.
Tijdens een algemene verdoving voel je geen pijn. Je wordt pas wakker als de operatie afgelopen is. Soms wordt de ingreep onder spinale verdoving uitgevoerd. Bij zo’n ‘ruggenprik’ is alleen de onderste helft van het lichaam gevoelloos. Bij het plaatsen van de ruggenprik moet je je rug zo bol mogelijk maken. De anesthesist spuit tussen twee ruggenwervels een verdovende vloeistof in. De prik zelf voelt men nauwelijks. Als je verdoofd bent, wordt je, net zoals bij een gynaecologisch onderzoek, in beensteunen geplaatst.
Het onderzoek zelf
Je wordt, net zoals bij een gynaecologisch onderzoek, in beensteunen geplaatst. De vagina en de baarmoedermond worden ontsmet om infecties te voorkomen. In de meeste gevallen plaatst de gynaecoloog eerst een speculum (spreidertje of eendenbek) in de vagina. Vervolgens brengt de gynaecoloog de hysteroscoop tot in de baarmoederhals en wordt het speculum onmiddellijk verwijderd. De wanden van de baarmoederholte liggen in normale toestand tegen elkaar. Om de binnenkant goed te kunnen bekijken, wordt de baarmoederholte via de hysteroscoop met vocht gevuld.
Soms kan de gynaecoloog tijdens een diagnostische hysteroscopie ook kleinere ingrepen uitvoeren. Hij of zij snijdt bijvoorbeeld dunne vergroeiingen door. Met een schaartje of lusje kan een klein poliepje of een zoekgeraakt spiraaltje verwijderd worden. Af en toe wordt ook een stukje weefsel weggenomen voor microscopisch onderzoek (biopsie).
Een diagnostische hysteroscopie wordt vaak gecombineerd met een curettage (synoniem: dilatatie & curettage, D&C).
Na de ingreep
Bij een lichte narcose ben je na de ingreep snel weer wakker. In de ontwaakkamer word je geobserveerd tot de verdoving uitgewerkt is. Als er geen complicaties zijn, mag je dezelfde dag weer naar huis. Na een algemene verdoving kan je soms even last van keelpijn hebben als gevolg van het buisje dat tijdens de operatie in de luchtpijp werd geplaatst. Soms is men misselijk en soms moet men ook braken. Het infuus blijft aanwezig tot deze klachten verdwenen zijn en je voldoende kunt drinken. Na de ingreep mag je niet zelf met de wagen rijden. Zorg ervoor dat iemand jou naar huis kan brengen.
De dag zelf vermijd je best zware inspanningen maar vanaf de dag na de ingreep kan je al je activiteiten hervatten. Het is normaal dat je na een operatieve hysteroscopie nog een paar weken wat bloedverlies hebt. De baarmoeder is een spier waardoor een krampende last in de onderbuik de eerste dagen kan optreden. Je kunt hiervoor een pijnstiller innemen. Je wacht best met vrijen en zwemmen tot het bloedverlies en de gevoeligheid verdwenen zijn.
Neem contact op met je gynaecoloog als je last hebt van toenemende buikpijn, koorts, een ernstige bloeding (meer dan bij een normale menstruatie) of duizeligheid en hartkloppingen.
Afhankelijk van de reden van de operatie wordt een afspraak gemaakt voor een controleonderzoek. Als er tijdens de operatie weefsel is weggehaald, spreekt je gynaecoloog met jou af wanneer en hoe je de uitslag van het weefselonderzoek krijgt.
Eventuele verwikkelingen
Een operatie houdt altijd bepaalde risico’s in, maar gelukkig zijn ernstige complicaties zeldzaam. Hieronder beschrijven we kort de verwikkelingen die bij een hysteroscopie kunnen voorkomen:
- Inscheuren van de baarmoederhals: Soms kan een nauwe baarmoederhals inscheuren bij het dilateren. Dit letsel kan eenvoudig opgelost worden door een hechting.
- Perforatie van de baarmoederwand: Het is mogelijk dat er tijdens de procedure per ongeluk een defect of perforatie in de baarmoederwand ontstaat. In dat geval dient de ingreep vroegtijdig beëindigd te worden. De baarmoeder zal spontaan terug helen en de ingreep kan in een tweede tijd nogmaals gepland worden. Soms zal de gynaecoloog ervoor kiezen om tijdelijk antibiotica voor te schrijven om infectie te voorkomen. In zeldzame gevallen van een grotere perforatie wordt via een kijkbuisoperatie of laparoscopie de perforatie met eventuele bloeding (of andere gevolgen) bekeken en behandeld. Zeer zelden kan hiervoor een grotere buikinsnede nodig zijn.
- Infectie: Zoals bij elke operatie kan er ook na een hysteroscopie een infectie of bloeding optreden. Dit gebeurt gelukkig maar zelden.