Medicatietherapie

In het internistisch daghospitaal vinden ook niet-oncologische behandelingen plaats.

Eiwitten (polyvalente immunoglobulinen)

Er kan een aangeboren of verworven tekort ontstaan van immunoglobulinen in het lichaam of bloed. Een tekort hiervan kan leiden tot een toegenomen vatbaarheid voor infecties en het lichaam kan infecties moeilijker bestrijden. Het belangrijkste doel is dan het versterken van de eigen menselijke weerstand.

Deze geneesmiddelen behoren tot de geneesmiddelenklasse van normale humane immunoglobulinen, ook bekend als antilichamen. Immunoglobulinen zijn bloedeiwitten die een rol spelen bij natuurlijke infectiebestrijding. Deze bevatten immunoglobulinen op basis van bloed van gezonde personen en werkt op precies dezelfde manier als immunoglobulinen die van nature in gezond bloed aanwezig zijn.

De toediening ervan gebeurt gewoonlijk via een infuus via een ader (IVIG). De therapie duurt minstens 3 uur. De duur is afhankelijk van de dosis die de arts voorschrijft. De meest voorkomende immunoglobulinen waarmee gewerkt wordt op de afdeling zijn Privigen®, Octagam® en Nanogam®. Hizentra® wordt in de vorm van een onderhuidse inspuiting toegediend.

Wanneer worden immunoglobulinen toegediend?

1. Laag immunoglobulinegehalte

De medicatie wordt aangewend om een abnormaal lage concentratie van immunoglobulinen in het bloed naar een normale concentratie te brengen (vervangingstherapie), bij volgende patiënten:

  • Patiënten met een aangeboren verminderd vermogen of onvermogen om immunoglobulinen te produceren (primaire immunodeficiëntie – PID).
  • Patiënten met bloedkanker (chronische lymfocytaire leukemie – CLL) met een lage concentratie van immunoglobulinen in hun bloed (hypogammaglobulinemie) bij wie zich recidiverende infecties ontwikkelen en waarbij preventieve antibiotica geen uitkomst bieden.
  • Patiënten met beenmergkanker (multipel myeloom) met een lage concentratie van immunoglobulinen in hun bloed en bij wie zich recidiverende infecties ontwikkelen en geen immuunrespons wordt verkregen na vaccinatie tegen bepaalde bacteriën (pneumokokken).
  • Patiënten met een lage concentratie van immunoglobulinen in hun bloed na stamceltransplantatie van een derde.
  • Patiënten met aangeboren AIDS (verworven immunodeficiëntiesyndroom) en recidiverende infecties.

2. Ontstekingsziekten

IVIG wordt als behandeling bij bepaalde ontstekingsziekten, immunomodulatie, toegepast bij:

  • Patiënten die over onvoldoende bloedplaatjes beschikken (primaire immuuntrombocytopenie – ITP) en daardoor een groot risico op bloedingen lopen of wanneer ze in de nabije toekomst een operatie (moeten) ondergaan.
  • Patiënten met het syndroom van Guillain Barré. Dit is een acute ziekte gekenmerkt door ontsteking van de perifere zenuwen met ernstige spierzwakte als gevolg, vooral in de bovenarmen en benen.
  • Patiënten met de ziekte van Kawasaki. Dit is een acute ziekte die voornamelijk jonge kinderen treft en zich kenmerkt door ontsteking van de bloedvaten in het hele lichaam.
  • Patiënten met chronisch inflammatoire demyeliniserende polyneuropathie (CIDP). Dit is een chronische aandoening die zich kenmerkt door ontsteking van de perifere zenuwen met spierzwakte of gevoelloosheid van vooral armen en benen als gevolg.

 

Toediening en gebruik

Immunoglobulinen worden via een ader toegediend en komen zo in de bloedcirculatie terecht in het lichaam.

De dosis en het doseringsschema (frequentie) zijn afhankelijk van de te behandelen aandoening, je lichaamsgewicht en je reactie op de therapie. De snelheid van de infuusdoorloop zal geleidelijk opgevoerd worden, afhankelijk hoe je op de behandeling reageert.

De complete behandeling gebeurt onder nauwlettend medisch toezicht.

De verpleegkundigen volgen tijdens de toediening de volgende parameters op: bloeddruk, polsslag en lichaamstemperatuur.

Zeer vaak tot vaak voorkomende nevenwerkingen

  • Hoofdpijn
  • Hoge bloeddruk (hypertensie)
  • Misselijkheid, braken
  • Netelroos, huiduitslag
  • Rugpijn
  • Koorts, rillingen, grieperig gevoel
  • Vermoeidheid
  • Lichaamszwakte (asthenie)